Scroll for English text
Gaza en Vlíssingen
Zo werd – bijna vier eeuwen nadat een afbeelding van een Ambonese visvlieger verscheen in een Nederlands boek, en drie eeuwen nadat de blinde ziener Rumphius ,erover schreef in zijn Amboinsch kruidboek – de visvlieger in een Nederlands kinderboek opnieuw uitgevonden. Hij was nu een milieuvriendelijke herinnering geworden aan een wereld waarin je kon vissen zonder vergunning de visquota van Brussel’. Een wereld zonder politiek. Maar zo’n wereld zonder politiek bestaat alleen in kinderboeken. Dat bleek weer eens toen de Zeeuwse kunstenaar Hans Overvliet in 2018 een vliegerproject organiseerde voor de Middelburgse galerie Caesuur. In het jaar dat de staat Israël zeventig jaar bestond, vroeg Overvliet twintig kunstenaars uit binnen- en buitenland om een kunstwerk te maken op een zeskantig vel Japans papier dat kon worden omgebouwd tot vlieger. De resulterende vliegers werden op 20 oktober 2018 opgelaten op het Vlissingse strand. De kunstenaar wilde herinneren aan het feit dat in 2011 het Guinnessrecord voor het grootste aantal gelijktijdig opgelaten vliegers werd verbeterd door kinderen uit de Gazastrook: 12.35o vliegers bleven de vereiste 3o seconden tegelijk in de lucht. Een leuke actie, maar Overvliet wees ook op een minder prettige kant van het vliegeren in Gaza: ‘Anderzijds worden vliegers gebruikt om brandbare materialen en kleine explosieven naar Israëlisch grondgebied te laten vliegen en daar schade aan te richten.’ De bedoeling was dat de vliegerkunstwerken zouden bijdragen aan een opbouwende gedachtevorming over zulke ambivalenties. Dat lukte niet erg. Sommige toeschouwers meenden hakenkruisen en antisemitische boodschappen op de vliegers te ontwaren, en anderen zagen zelfs een bomexplosie waar een van de kunstenaars een vagina had willen weergeven. In de plaatselijke politiek ontstond ophef. De geplande reprise van de manifestatie, enkele dagen later, werd afgeblazen. Zoals de initiatiefnemer opmerkte: ‘Het heeft weinig zin dat ik op de boulevard ga roepen waar de vliegers voor staan, als er alleen mensen op af komen die vinden dat wij in onze benen moeten worden geschoten, zoals ik op sociale media las’
Bijna honderd jaar na de vliegerwedstrijd van Jacob Israël de Haan maakte het Vlissingse vliegerproject pijnlijk duidelijk dat de vrede in het Midden-Oosten nog altijd ver weg was. Ook riep het weer een vraag op die in de confrontatie tussen de westerse en de oosterse wereld al vaak was gesteld: is de vlieger nu een onschuldig stukje kinderspeelgoed, symbool van onschuld en hoop, of is het een middel om een strijd te voeren?
Gaza and Vlíssingen
Almost four centuries after an image of an Ambonese fishing kite appeared in a Dutch book, and three centuries after the blind seer Rumphius wrote about it in his Amboinsch herbbook – the fish kite was reinvented in a Dutch children’s book. It now had become an ecofriendly reminder of a world where you could fish without a permit from Brussels’ fishing quotas. A world without politics. But such a world without politics only exists in children’s books. This became clear once again when the Zeeland artist Hans Overvliet organized a kite project for the Middelburg gallery Caesuur in 2018. In the 70th year of the state of Israel, Overvliet asked twenty artists from home and abroad to create a work of art on a hexagonal sheet of Japanese paper that could be converted into a kite. The resulting kites were launched on October 20, 2018 on the Vlissingen beach. The artist wanted to recall the fact that in 2011 the Guinness record for the largest number of simultaneously launched kites was set by children from the Gaza Strip: 12.35 kites remained in the air for the required 30 seconds at a time.
A nice action, but Overvliet also pointed to a less pleasant side of kite flying in Gaza: “ On the other hand, kites are used to fly flammable materials and small explosives to Israeli territory and cause damage there.” The intention was that the kite artworks would contribute to constructive thinking about such ambivalences. That did not work very well. Some spectators thought they saw swastikas and anti-Semitic messages on the kites, and others even saw a bomb explosion where one of the artists wanted to depict a vagina. There was a fuss in local politics. The planned revival of the event, a few days later, was canceled. As the initiator remarked: “It makes little sense that I will tell on the boulevard what the kites are for, when people who think we should be shot in the legs, as I read on social media, threaten to come.”
Almost a hundred years after the kite competition of Jacob Israël de Haan, the Vlissingen kite project made it painfully clear that peace in the Middle East was still a long way off. It also raised a question that had often been asked in the confrontation between the Western and the Eastern world: is the kite an innocent piece of children’s toy, a symbol of innocence and hope, or is it a means of fighting?